Australische Terriër of Aussie
De kleine Australische Terriër of Aussie is dapper, levendig en intelligent. Klein van gestalte, maar groot als hond. De vrolijke, zelfverzekerde Australiërs benaderen het leven met veel nieuwsgierigheid en moed. Deze Australische Terriërs bewegen met de vrije en gemakkelijke gang van een werkhond. Het zijn waakzame waakhonden en naar verluidt snelle leerlingen tijdens het trainen. Echte terriërs, houden van graven en de drang om kleine, harige beestjes hebben ze nooit verlaten. Ze niet altijd geschikt voor huishoudens met meerdere honden, want deze schatten willen je helemaal voor zichzelf.
Australische Terriër – FCI Rasgroep 3
De Australische Terriër behoort tot de rasgroep van Terriërs.
Land van herkomst: Australië
Huidige en oorspronkelijke taken: Ongedierteverdelger
Uiterlijk
Schouderhoogte: Ongeveer 25 centimeter.
Gewicht: Australische Terriërs wegen tussen de 5 tot 6 kilo.
Hoofd: Australische Terriërs hebben een lange en vlakke schedel. De kleine oren worden rechtop gedragen. Ze hebben een schaargebit.
Lichaam: Deze honden staan laag op hun benen en hebben een gedrongen lichaamsbouw. De romp is lang. De rug is recht en de ribben zijn goed ontwikkeld. Australische Terriërs hebben rechte benen en goed gesloten voeten.
Vacht:
De Australische Terriër of Australian Terriër is een kleine maar stevige, zelfverzekerde terriër die bekend staat om zijn vrij lange romp, kenmerkende vachtopstelling rond de nek en voorhand, en een zachte, zijdeachtige vacht die contrasteert met de anders ruwe vacht. De lange nek geeft deze ruige Terriër een vleugje gratie en de zwarte ogen schitteren van scherpe intelligentie. Rechte harde structuur. Ongeveer 5 centimeter lang. Ronde de oren en op de voeten is het korter.
Kleuren: Blauwe romp met een diepe tangkleur.
Geschiedenis en afkomst
Zoals je uit de naam zou kunnen raden, is de Australische Terriër een ras dat zijn oorsprong vindt in Australië. Hoewel het ras als Australisch wordt beschouwd, is het afgeleid van Engelse terriërs die door kolonisten zijn geïmporteerd. Tijdens de vorming van het ras werden verschillende terriërs met elkaar gekruist totdat ze op veel manieren een kleine maar erg leuke en nuttige metgezel kregen.
Dit betrof de Yorkshire Terrier , de Skye Terrier , evenals de voorloper van de Dandie Dinmont Terrier en de Wirehaired Terrier. De eerste Europese kolonisten van Australië leefden in nogal barre omstandigheden en moesten opnieuw beginnen in een nieuw klimaat en een nieuwe omgeving die heel anders was dan de hunne. Dus de vereisten waren dat alle honden dezelfde ontberingen van dit leven moesten delen om te overleven.
Dit is de reden waarom de Australische Terriër, ondanks dat hij klein is, winterhard en onverschrokken is, meer is dan een waakhond. Hij werkte ook als jager op knaagdieren en kleine dieren, en deze instincten zijn nog steeds sterk aanwezig in het ras. Ze werden niet alleen gebruikt op boerderijen maar ook in goudmijnen om slangen te vangen.
Verrassend genoeg was het niet de Aussie (Australian Shepherd) dat de eerste officiële erkenning heeft gekregen in Australië, maar namelijk de Australian Terrier. Ze werden voor het eerst getoond in 1868 in Melbourne als de “Australian Long-haired Terrier” en officieel omgedoopt tot de “Australian Terrier” in 1897.
Voor het eerst werden deze honden in de eerste helft van de 20e eeuw door medewerkers van de diplomatieke dienst naar Engeland gebracht en in 1933 kreeg de Australian Terrier officiële erkenning van de British Kennel Club. Tijdens de tweede wereldoorlog kwamen deze honden via militairen in de Verenigde Staten terecht. In 1960 werd de Australische Terriër het 114e ras erkend door de American Kennel Club.
Gedrag en omgang
De Australische Terriër is een ras dat houdt van spelen, plezier, entertainment en een verscheidenheid aan activiteiten. In feite hoeft de activiteit geen spel te zijn, want als je in een privéhuis woont, zal de hond zeker proberen muizen te vangen, putten in de tuin te graven, of zelfs proberen de eigenaar te vinden. Daarom loopt het perfecte gazon of verse tuinbed altijd gevaar. Australische Terriërs zijn waaks en moedig. Het zijn levendig en zelfverzekerde honden. Ze blaffen graag.
Karakter van de Australische Terriër
De stemming van een Australische Terriër hond is echter direct gerelateerd aan de stemming van de eigenaar, aangezien dit ras erg afhankelijk is van de eigenaar. Dat wil zeggen, het is zo gehecht dat het de emoties van de geliefde overneemt. Als je gelukkig bent, zal de hond blij met je zijn, maar als je verdrietig bent, zal hij je verdriet delen en vredig naast je op de bank liggen.
De belangrijkste karaktereigenschappen maken honden erg speels, speels en altijd klaar om te spelen. Het ras heeft een zekere onbewuste aantrekkingskracht. Jonge kinderen moeten echter voorzichtig zijn, aangezien de Australische Terriër een zekere mate van geduld heeft en de hond niet zal blijven liggen als een kind erop stapt. Voor kinderen is het anders een geweldige metgezel voor spelletjes en entertainment, een beste vriend en een trouwe metgezel.
Sociaal
Zo lang kinderen de hond niet plagen, kunnen ze het goed met elkaar vinden. Leer ze op jonge leeftijd omgaan met andere huisdieren. Anders geeft dit op latere leeftijd problemen. Ten opzichte van andere honden kunnen ze wat dominant zijn. Over het algemeen zorgen kleine dieren en zelfs katten (vooral katten) ervoor dat Australische Terriërs op ze willen jagen. Ook als een hond aan uw eigen huiskat laat wennen, dan nog zullen alle andere katten uit de buurt nog steeds vijanden zijn. Het is mogelijk om dit af te leren, maar dit moet op jonge leeftijd beginnen.
Hoewel deze honden graag voor de gek gehouden worden, in de schijnwerpers staan, en soms dom kunnen doen, zijn ze behoorlijk intelligent, kennen ze een persoon heel goed en kunnen veel commando’s leren. Dit maakt ze geweldige metgezellen voor gehandicapten en oudere personen.
Omgang en beweging
De Australische Terriër is altijd enthousiast om actief deel te nemen aan de dagelijkse activiteiten van zijn gezin. Het zijn beweeglijke werkhonden met een groot aanpassingsvermogen. Ze kunnen prima op een appartement gehouden worden. Ze zijn graag buiten en vinden het leuk om een balspelletje te spelen.
Opvoeding en training van de Australische Terriër
Ze houden ervan om commando’s te leren, maar je moet ook aandacht besteden aan het gehoorzamen en annuleren van commando’s, zodat je de Australische Terriër op het juiste moment tot rust kunt brengen, of kunt stoppen wanneer hij probeert te blaffen naar een grote hond in het park. Besteed daarom veel aandacht aan het blafferige gedrag van deze honden. Als de opvoeding zeer consequent en strikt is, dan kan de hond erg vlot en veel leren. Heeft deze hond een wispelturige baas, dan gaat hij zijn eigen gang en trekt hij nergens iets van aan. Houd tijdens het trainingsproces een positieve houding aan en gebruik verschillende vormen van aanmoediging.
Je moet proberen de trainingslessen zo actief en leuk mogelijk te maken, omdat dit ras snel verveeld kan raken. Ook bij de opvoeding van een puppy. Blijf ook iets nieuws brengen, anders kan de les erg snel gaan vervelen. In dit geval zou eentonigheid het slechtste idee zijn. De Australische Terriër mag je niet dwingen om te trainen. Als je merkt dat de hond moe is, kun je het nog 5 minuten verlengen, tot 10 minuten, niet langer.
Verzorging van de Australische Terriër
De harde, weerbestendige, dubbele vacht van de Australische Terriër is goed in het afstoten van vuil en modder en is zeer gemakkelijk te onderhouden. Een snelle poetsbeurt eenmaal per week is meestal voldoende om het in goede conditie te houden. Australische Terriërs moeten ongeveer 2 keer per week worden geborsteld en honden moeten minstens één keer per week of vaker worden gewassen. Zoals bij alle rassen, moeten de nagels van de Aussie 3 keer per maand worden geknipt, maak de oren 3 keer per week schoon en reinig de ogen dagelijks. Een Aussie mag alleen een bad nemen als dat nodig is. Shampoo verzacht de harde vacht, waardoor het vuilafstotende vermogen niet effectief is, en te veel baden kan de huid van de Aussie ook droog en schilferig maken.
Veelvoorkomende ziektes
Net als andere hondenrassen is de Australische Terriër vatbaar voor bepaalde ziekten, hoewel er maar heel weinig zijn:
knie dislocatie;
longziekte van Perthes;
suikerziekte;
allergie.
Wat kost een Australische Terriër puppy
Een Australische Terriër puppy met stamboom kost tussen de 1.500 Euro en de 2.000 Euro. Afhankelijk of je kiest voor een hond met of zonder stamboom zal de prijs ook meer of minder zijn. Een hond met stamboom kost altijd meer. Dit komt omdat de kosten van de stamboom, de testen en dna controle allemaal in de prijs inbegrepen zijn.
De aanschafkosten van elke hond variëren sterk. Dit kan bijvoorbeeld afhangen van het bestaan van een ras of stamboom. De kosten van een fokker verschillen ook van de kosten van een asiel. Heeft uw pup een stamboom? Dan is de aanschafprijs ongeveer 1.500 euro. Honden zonder stamboom kosten gemiddeld 600 euro. Haal je een hond uit het asiel? Denk dan aan een bedrag van rond de 180 euro.
Als je kiest voor een Australische Terriër puppy, raden we altijd een hond met stamboom aan. Honden met stamboom zijn niet altijd gezonder, maar je hebt een zekerheid van de ouders. Kies een goede fokker, ga niet bij de eerste beste hondenverkoper. Een goede fokker hoeft geen reclame te maken. Voor je een puppy gaat kiezen maak een lijstje met alle vragen die door je hoofd gaan. Een goede fokker zal je graag antwoorden en bij staan met de verdere opvoeding van je puppy.