Wagenziekte, ook wel reisziekte genoemd, komt voor bij mensen en honden. Bij reisziekte wordt je hond misselijk tijdens het autorijden. Dit herken je aan smakken, kwijlen, braken en rusteloosheid bij je hond. Bijna 20 procent van de honden heeft hier wel eens last van. Dit zijn drie dingen die je kunt doen bij wagenziekte van je hond.
Jong geleerd, oud gedaan
Om te beginnen is het belangrijk dat je hond de auto als een veilige plek gaat zien. Neem hem van jongs af aan mee naar leuke plekken, zoals het bos of het strand. Veel honden gaan pas in de auto als ze bijvoorbeeld naar de dierenarts toe gaan. Hierdoor krijgen ze een negatieve associatie bij het autorijden. Bouw rustig op door je hond in een stilstaande auto te laten stappen en vervolgens met wat lekkers te belonen. Wil je hond niet instappen? Dwing hem dan nooit, want dit vergroot alleen maar de angst en zorgt ervoor dat je hond het vertrouwen in jou verliest. Beloon de hond steeds wanneer hij een stukje dichter bij komt. Op het moment dat je hond makkelijk in de auto stapt en zijn angstige houding laat varen, kun je de motor starten. Ook hier moet de hond weer aan wennen.
Zorg voor frisse lucht
Zorg dat je hond frisse lucht krijgt tijdens het rijden door de ramen wat open te zetten. Dit kan helpen tegen de misselijkheid bij je hond en voorkomen dat je viervoeter gaat braken. De goedkoopste autoverzekering biedt namelijk wel bescherming bij schade aan het exterieur van de auto, maar het interieur zal je zelf schoon moeten maken. Je kunt aan je hond zien dat hij misselijk is of misselijk wordt. De symptomen van wagenziekte zijn rusteloosheid en hijgen, smakken, kwijlen, kokhalzen of braken. Ook kan je hond trillen en erg opgewonden overkomen. Zie je deze symptomen in je hond? Stop dan regelmatig even en laat je hond rennen en wat water drinken.
Medicijnen tegen wagenziekte hond
Er zijn honden die er ondanks een goede training en gewenning alsnog niet tegen kunnen om te rijden. In dit geval kan je hond baat hebben bij medicijnen tegen wagenziekte. Cerenia is een antibraakmiddel waarvan wetenschappelijk is aangetoond dat het bij veel honden helpt en werkt. Het middel werkt gedurende 24 uur en heeft geen versuffende bijwerking. Dien het medicijn minimaal 1 uur voor vertrek toe. Bij vertrek ’s ochtends vroeg kan het de avond van te voren toegediend worden. Wanneer ook dit niet werkt kan het verstandig zijn om een gedragstherapeut in te schakelen. Deze gaat op zoek naar de oorzaak van het gedrag en komt met een advies op maat.
