Inhoud
toon
Tirolerbrak – FCI Rasgroep 6
Drijvende honden, zweethonden en aanverwante rassen.
- Land van herkomst
- Oostenrijk
- Huidige en oorspronkelijke taken
- Zweethond, opsporen en
achtervolgen van grof wild.
Uiterlijk
- Schouderhoogte
- Tussen de 40 en 48 centimeter.
De Niederbracke is een kortbenige Tirolerbrak, met een schouderhoogte tussen de 30 en 39 centimeter. - Gewicht
- –
- Hoofd
- Het hoofd is lang, droog en vrij smal. De neusrug is recht. Tirolerbrakken hebben vrij grote driehoekige ogen. De oren zijn hoog aangezet, vrij groot en worden hangend gedragen. Ze hebben een schaargebit.
- Lichaam
- De Tirolerbrak is langer dan hoog. De schoft is lang en duidelijk. De borst is lang en heel diep. De staart is hoog aangezet. De hals is middellang en licht gebogen.
- Vacht
- Stokharig, glad en vlak.
- Kleuren
- Rood, roodgeel en zwart.
Gedrag
- Karakter
- Tirolerbrakken hebben een groot uithoudingsvermogen, zijn volhardend en hebben een goed reukvermogen. Ze zijn moedig en hard voor zichzelf en het jachtinstinct is duidelijk aanwezig. Ze zijn aanhankelijk voor hun baas en het gezin. Tevens ook eigenzinnig en erg actief.
- Sociaal
- Ze gaan normaal gesproken goed om met andere honden. Er zijn exemplaren die wat dominant over kunnen komen. De omgang met kinderen en vreemden is goed. Ze hebben een groot jachtinstinct. Met katten en andere huisdieren is het dus oppassen.
Omgang
- Beweging
- Tirolerbrakken hebben veel lichaamsbeweging nodig. Het is een ras die er graag op eigen houtje vandoor gaat. Een goed omheinde tuin is noodzakelijk. Verstandig is om de hond altijd aangelijnd uit te laten.
- Opvoeding
- De basis beginselen van gehoorzaamheid is deze hond aan te leren. Hiervoor heeft de eigenaar geduld en inzicht in het karakter nodig. Het werk waarvoor de hond veelal voor gebruikt wordt, is vrijwel aangeboren.
- Verzorging